Het is 1 maart 2021, dus aangiftetijd voor de inkomstenbelasting 2020. Vanaf vandaag kun je aangifte doen via de online tool van de belastingdienst. Aangifte doen is verplicht als je een brief ontvangt dat je aangifte moet doen, maar gek genoeg in sommige andere situaties ook. Mijn advies: kijk er altijd naar. Online is het zo simpel, je wordt er stap voor stap doorheen geleid en met een beetje geluk krijg je geld terug.
De deadline voor de aangifte inkomstenbelasting is 1 mei. Weet je nu al dat je het niet redt om voor die tijd aangifte te doen, vraag dan uitstel aan. Zo voorkom je een boete van minimaal 385 euro. Over het algemeen krijg je uitstel tot 1 september. Houd er wel rekening mee dat je mogelijk 4% belastingrente moet betalen als de belastingdienst geld van je tegoed heeft.
De online aangifte is voor een heel groot deel al vooraf ingevuld door de belastingdienst. De verantwoordelijkheid dat deze gegevens kloppen ligt echter wel bij jou! Check deze gegevens dus goed.
Online word je stap voor stap door de aangifte geleid. Voor fiscaal partners heeft het nog een extra voordeel: je kunt optimaal schuiven met bepaalde aftrekposten.
Voorbereiding
Om goed aan de slag te gaan is het handig om alle benodigde gegevens bij de hand te hebben. Welke stukken je nodig hebt hangt af van je persoonlijke situatie en of je gebruik maakt van een bepaalde aftrekpost.
Algemeen
- Aangifte 2019
- Voorlopige aanslagen inkomstenbelasting (bijvoorbeeld al ontvangen hypotheekrente-aftrek of een voorlopige aanslag die je al betaald hebt. Via de zoekfunctie in internetbankieren vind je deze bedragen snel terug)
Inkomsten
- Jaaropgave werkgever(s)
- Ontvangen partneralimentatie
- Jaarstukken onderneming
Voor de verschillende aftrekposten noem ik de stukken die je mogelijk nodig hebt in de paragraaf over de betreffende aftrekpost.
Aftrekposten
Deze blog gaat over persoonlijke aftrekposten in de particuliere aangifte. Het gaat dus niet om zakelijke aftrekposten of ondernemersaftrek
Een persoonlijke aftrekpost zorgt ervoor dat het inkomen waarover je belasting moet betalen in box 1 lager wordt. Als jij een aftrekpost van 1000 euro hebt wordt jouw belastbare inkomen daardoor 1000 euro lager. Over die 1000 euro inkomen hoef je dan geen inkomstenbelasting te betalen. Hoeveel voordeel jou dat oplevert hangt er vanaf welk tarief aan inkomstenbelasting je moet betalen.
Hier vind je de tarieven voor 2020.
Aftrekpost 1: Eigen woning
Gegevens bij de hand houden:
- WOZ-waarde met peildatum 2019 (deze heb je een jaar geleden ontvangen!)
- Jaaropgaaf hypotheek(en)
- Overzicht rente en aflossing
Bij nieuwe woning en oversluiten hypotheek:
- Kosten onderhoud
- Kosten verbouwing
- Advieskosten hypotheek
- Taxatiekosten
- Nota notaris
Als je een eigen woning bezit zijn er diverse posten die aftrekbaar zijn. Er zijn eenmalige aftrekposten en terugkerende aftrekposten.
Eenmalige aftrekposten zijn van toepassing in het jaar waarin je je huis koopt of je je hypotheek afsluit of oversluit. De hypotheekrente-aftrek komt ieder jaar terug.
De aftrekposten gelden als je woning je hoofverblijf is en dus in box 1 valt. Een vakantiewoning of woning die je verhuurt bijvoorbeeld, valt in box 3.
Eenmalige aftrekposten
Bepaalde kosten die je maakt bij de aankoop van je huis of het oversluiten van je hypotheek zijn eenmalig fiscaal aftrekbaar. De aftrekpost geldt in het jaar dat je het huis koopt of de hypotheek oversluit.
De belangrijkste eenmalige aftrekposten zijn:
- Advieskosten voor de hypotheek
- Boeterente bij oversluiten van je hypotheek
- Notariskosten die betrekking hebben op de hypotheekakte
- Kosten inschrijving hypotheekakte kadaster (inclusief btw)
- Taxatiekosten (als de taxatie nodig is voor het krijgen van de hypotheek)
- Kosten aanvragen NHG + de eventuele kosten voor een bouwkundig rapport
Tip: De aftrekbare kosten van de notaris zijn meestal gemarkeerd op de nota die je van de notaris ontvangt.
De kosten voor het oversluiten van een hypotheek zijn aftrekbaar, maar vult de fiscus niet in! Dit moet je dus zelf doen.
Jaarlijks terugkerende aftrekpost: hypotheekrente
De hypotheekrente is een terugkerende aftrekpost. De hypotheekrente is in principe ieder jaar opnieuw aftrekbaar. Wel gelden er voorwaarden.
Omdat de voorwaarden soms wijzigen is niet in 1 zin aan te geven wat de voorwaarden zijn. De voorwaarden hangen af van het moment waarop je je hypotheek aanging. Je hypotheekadviseur heeft toen met je besproken hoe dat voor jouw situatie is. Waarschijnlijk is jouw hypotheekrente gewoon aftrekbaar, tenzij je destijds een bewuste keuze hebt gemaakt om dat anders te doen.
Lees hier wat de voorwaarden zijn voor jouw hypotheek.
Het aangifteprogramma berekent het overigens automatisch aan de hand van de antwoorden die je invult en de gegevens die al bekend zijn.
Jouw hypotheekrente-aftrek wordt beperkt door het Eigenwoningforfait (EWF). Het EWF wordt opgeteld bij je belastbare inkomen. Fictief wordt jouw inkomen dus hoger door dit bedrag. Vervolgens betaal je inkomstenbelasting over dit bedrag.
Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde. In 2020 geldt 0,6% tot een waarde van €1.090.000, in 2021 0,5%.
Conclusie: je belastbare inkomen wordt verlaagd met het verschil tussen het eigenwoningforfait (een +) en de hypotheekrente (een -).
Aftrekbaarheid inkomen
De hypotheekrente-aftrek wordt steeds verder beperkt. Elk jaar wordt het maximum percentage van aftrek verlaagd. Een aantal jaar geleden trok je de hypotheekrente af tegen maximaal 52%. In 2020 is dat nog maximaal tegen 46%. De komende jaren bouwt dit af tot maximaal 37,05% in 2023.
Op het jaaroverzicht van je hypotheekverstrekker staan alle relevante bedragen. Meestal zijn de bedragen ook al vooraf ingevuld in je aangifte inkomstenbelasting. Check altijd of de bedragen correct zijn.
Aftrekpost 2: studiekosten
Gegevens bij de hand houden:
- Studiekosten
Studiekosten zijn aftrekbaar met een drempel van 250 euro. Dit betekent dat je de eerste 250 euro niet kunt aftrekken, het bedrag daarboven mogelijk wel. Voorwaarde is dat het doel van de opleiding of cursus is: het behouden of verkrijgen van werk.
Je mag deze kosten alleen aftrekken als je geen recht hebt op studiefinanciering. De Belastingdienst benoemt heel specifiek welke kosten aftrekbaar zijn. Bijvoorbeeld wel cursusgeld, boeken en software. Maar geen laptop of reiskosten.
Aftrekpost 3: Reiskosten openbaar vervoer
Gegevens bij de hand houden:
- Reiskosten die je niet helemaal vergoed kreeg.
Als je minimaal 40 keer per jaar met het OV naar je werk reist heb je mogelijk recht op reisaftrek. De reiskosten mogen dan niet al vergoed zijn door je werkgever. Bovendien moet de reisafstand minimaal 10 kilometer bedragen. (Enkele reis)
Het aangifteprogramma rekent de hoogte automatisch uit. De Belastingdienst kan later om bewijs vragen, dus download transactie-overzichten van je ov-chipkaart. Deze gegevens worden maximaal 18 maanden bewaard.
Aftrekpost 4: Giften aan goede doelen
Gegevens bij de hand houden:
- Overzicht giften
Als je geld schenkt aan goede doelen is dat mogelijk aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Belangrijke voorwaarde is dat het doel waaraan je schenkt een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is. Of een instelling een ANBI is wordt door de Belastingdienst bepaald en hier kun je checken of jouw goede doel een ANBI is.
Eenmalige giften
Voor eenmalige giften geldt een drempel en een maximum aftrekbaar bedrag.
De drempel voor eenmalige giften is 1% van je drempelinkomen (inkomsten in box 1, 2 én 3). Verdien jij bijvoorbeeld 50.000 euro per jaar dan is de drempel 500 euro. De drempel bedraagt ten minste 60 euro. Je mag alleen het bedrag boven de drempel in aftrek brengen. Daarnaast geldt er een maximumbedrag ter hoogte van 10% van je inkomen.
Bij fiscale partners tel je het inkomen en de giften bij elkaar op.
Periodieke giften
Bij periodieke giften geldt geen drempel en geen maximumbedrag. Wel moet er sprake zijn van een overeenkomst voor minimaal 5 jaar.
Let op: in sommige gevallen zijn kosten die je maakt voor vrijwilligerswerk ook aftrekbaar.
Aftrekpost 5: Zorgkosten
Gegevens bij de hand houden:
- Overzicht niet vergoede zorgkosten
Je mag ziektekosten aftrekken voor zover deze niet worden vergoed door de zorgverzekering én deze niet vallen onder het eigen risico. Je kunt denken aan tandartskosten, fysiotherapie, ivf, kosten van een bepaald dieet, vervoerskosten en inentingen voor een reis.
Ook voor deze aftrekpost geldt een drempel en deze is vrij hoog. De drempel is in 2020 wel lager dan in 2019.
Hoogte drempel aftrek zorgkosten
De hoogte van de drempel voor de aftrek zorgkosten wordt bepaald aan de hand van je totale inkomen. Dus een optelling van je inkomsten uit box 1, 2 en 3.
Is je inkomen:
- Lager dan €7.863, dan is de drempel €136.
- Tussen €7.863 en €41.765, dan is de drempel 1,65% van je inkomen.
- Boven €41.765, dan is de drempel €689 + 5,75% van het bedrag boven €41.765.
Fiscale partners moeten hun zorgkosten en inkomsten bij elkaar tellen.
Op de website van de Belastingdienst vind je een lijst met aftrekbare zorgkosten 2020.
Op de website van het Nibud vind je een rekenvoorbeeld voor aftrek van zorgkosten.
Aftrekpost 6: Pensioen
Gegevens bij de hand houden:
- Betaalde premies lijfrente of banksparen
- Factor A
Als je een pensioengat hebt kun je premie voor een lijfrente- of bankspaarrekening aftrekken. Je mag de premie aftrekken als je voldoende jaarruimte hebt. Om de jaarruimte te berekenen heb je je bruto inkomen nodig en de factor A. De factor A vind je op je pensioenoverzicht via Mijnpensioenoverzicht.nl. Als je geen pensioen opbouwt is de factor A 0 euro.
Meer informatie over de jaarruimte en de precieze berekening daarvan vind je hier.
Als je al een pensioenrekening hebt en premie betaald hebt kun je gewoon de vragen van de aangifte doorlopen. Houd de factor A en de betaalde premies bij de hand.
Aftrekpost 7: Partneralimentatie
Gegevens bij de hand houden:
- Betaalde partneralimentatie
Betaal jij alimentatie aan je ex-partner? Dan zijn deze kosten aftrekbaar in de inkomstenbelasting. Hier vind je meer informatie over betaalde partneralimentatie.
Kinderalimentatie is niet meer aftrekbaar sinds 2017.
Fiscaal partnerschap
Als je het hele jaar samenwoont met je partner zijn jullie automatisch fiscaal partners.
Je kunt er niet voor kiezen, behalve als je slechts een deel van het belastingjaar voldeed aan de voorwaarden. In de online aangifte wordt automatisch aangegeven of je fiscaal partner bent of dat je nog een keuze hebt.
Vaak valt het fiscaal partnerschap voordelig uit, maar niet altijd. Doe in ieder geval samen aangifte, dan kun je er het makkelijkst voordeel uit halen.
Een voordeel van het fiscale partnerschap is dat je kunt schuiven met aftrekposten tussen de partners om zo het meeste voordeel te behalen. Daarnaast kun je jullie vermogen verdelen. Als dat boven de vrijstelling uitkomt kun je hier voordeel aan behalen.
Het nadeel voor fiscale partners is dat de drempels voor de aftrekposten hoger kunnen worden.
Verdelen aftrekposten
Onder kopje ‘verdelen’ zie je welke posten je in jouw situatie kunt verdelen.
Als de ene partner een hoger percentage belasting betaalt is het voordelig om de aftrekposten naar die partner te schuiven zodat je de kosten tegen een hoger percentage af kunt trekken.
Check echter wel of het hoogste inkomen daardoor niet zodanig verlaagd wordt dat het beter zou zijn om een deel van de aftrekposten aan de andere partner toe te wijzen.
Ik start altijd door een aftrekpost volledig aan mijn partner toe te wijzen. Het programma toont direct hoeveel belasting we dan moeten betalen of ontvangen. Vervolgens wijs ik het hele bedrag aan mezelf toe en schrijf dat bedrag op. Daarna verdeel ik het 50/50. Als het bedrag in die situatie het gunstigt blijkt speel ik nog verder met 60/40 net zo lang tot ik de gunstigste situatie bereik.
Dit herhaal ik voor de eventuele volgende aftrekposten en ons vermogen.
Vermogens in box 3
In box 3 worden inkomsten uit sparen en beleggen belast. Elk jaar wordt op 1 januari gekeken hoeveel vermogen je in box 3 bezit.
Als je vermogen op 1-1-2020 hoger was dan 30.846 euro (of het dubbele bij fiscaal partners) betaal je vermogensbelasting.
De belangrijkste bestanddelen van box 3 zijn spaargeld, beleggingen en woningen die niet de eigen woning zijn zoals bijvoorbeeld een vakantiehuisje of een beleggingspand. Bij een woning in box 3 wordt gerekend met de woz-waarde. Als de huurder huurbescherming heeft wordt uitgegaan van een lagere waarde. Het aangifteprogramma rekent dit automatisch uit.
Bitcoins en andere cryptovaluta worden belast in box 3. Die geef je aan als overige bezittingen.
Ook het spaargeld en de beleggingen van minderjarige kinderen worden gerekend tot het vermogen van de ouders. Uitgangspunt is de leeftijd van het kind op 1-1-2020.
Soms ben je onderdeel van een en/of rekening die niet (100%) van jou is. Bijvoorbeeld met je alleenstaande ouder zodat je in geval van nood bij het geld kunt. In dat geval is het niet jouw geld en kun je de waarde op 0 euro zetten. Ben je voor 50% eigenaar van het geld op de rekening, geef dan ook 50% van de waarde aan in box 3.
Lees hier: 10 tips om te besparen op de vermogensbelasting in box 3
Tegenover je bezittingen kun je je schulden opgeven. Het gaat dan om alle schulden, behalve de hypotheek voor je eigen woning. Dus bijvoorbeeld een studieschuld, consumptief krediet, een schuld bij een postorderbedrijf, het openstaande bedrag bij je creditcard of een hypotheek op een tweede woning.
Belastingschulden mag je niet als schuld opnemen, met uitzondering van de erfbelasting.
Bezittingen en schulden worden met elkaar verrekend. Voor schulden geldt echter wel een drempel. In 2020 is die drempel 3100 euro (6400 euro voor fiscaal partners).
Middeling
Deze tip wil ik je niet onthouden, ondanks dat dit niet direct met de aangifte inkomstenbelasting te maken heeft. Je kunt je inkomen van 3 belastingjaren middelen. Dit is heel lucratief als je in een van de 3 jaren een veel hoger of juist lager/geen inkomen had.
Stel dat je een ontslagvergoeding ontvangt waar je 52% belasting over betaalde terwijl je in andere jaren (veel) minder verdiende en een lager percentage inkomstenbelasting betaalde. Of dat je een jaar op wereldreis ging en geen inkomsten had. Of als ondernemer grote schommelingen in je inkomen had. Check dan of middelen interessant voor je is. Hier kun je berekenen of dat in jouw situatie interessant is.
Als je dan toch met je aangifte over 2020 bezig bent, noteer dan meteen je belastbaar inkomen over de afgelopen 3 jaar zodat je die bij de hand hebt bij een berekening voor middeling.